Elsbeth Ronner, in gesprek met Rien Korteknie en Mechthild Stuhlmacher

Decorum en onregelmatigheid

Volmarijnstraat Straatgevel

eigen huis Rotterdam, zomer 2017

bouwen en bewonen

Alleen een oplettende kijker ziet in de smalle vooroorlogse straat het woonhuis van Rien Korteknie en Mechthild Stuhlmacher. Groter is echter de kans dat je de weelderig tierende beplanting opmerkt, maar voorbijgaat aan de gevel die het verhult. De verhoudingen in de gemetselde gevel en de verticale ramen in witte kaders sluiten aan op de buren. Passend in de straat met veel werkplaatsen is ook de gestukadoorde plint met de grote gevelopeningen. Achter deze gevel ligt onverwacht een ruimtelijke rijkdom. De begane grond zakt voorbij de kern twee treden naar beneden, zodat de achterkant op het niveau van de tuin ligt. Deze verspringing herhaalt zich op de bovenliggende etages. Aan de achterzijde is een extra verdieping toegevoegd, waardoor de slaapkamers een bescheidener karakter hebben dan de voorname woonruimte aan de voorzijde. Op de bovenste etage wacht een verrassing. Hier ligt de woonkeuken met aan beide zijden grote vensters die toegang geven tot een terras, waar ook hier weer prachtige planten staan.

Dakterras

dakterras eigen woonhuis Rotterdam, late zomer

Het door henzelf gebouwde huis is nooit afgerond. Sinds de bewoning werken ze er nog altijd aan. De ruimtelijkheid ligt vast, maar de noden wijzigen en daarmee ook de invulling van het huis. Rien en Mechthild hadden op de begane grond een kantoorruimte bedacht, maar inmiddels maken ze er een gastenverblijf. Behalve de plaatsing van de trap en installatieruimtes in relatie tot de dragende gevels was er geen vast beeld over de woning tot aan de start van de bouw. Geen opdrachtgever die hiermee akkoord gaat, maar juist deze manier van bouwen leidde tot een nauwkeuriger begrip van het bouwen en bewonen van een huis.

Mechthild vertelt tijdens het traplopen naar boven over ontwerpen en gebruiken. Gelijk aan alle projecten heeft Korteknie Stuhlmacher de mogelijkheden van de locatie benut. Het aantal verdiepingen maar niet de maximale hoogte aan de voorzijde was vastgelegd, zodat de ruime voorkant ontworpen kon worden. De dakopbouw is op het laatste moment gewijzigd. Een bezwaar van de toenmalige buren noodzaakte de architecten het dak gedeeltelijk te laten zakken. Hoewel geïmproviseerd bleek dat geen slechte greep te zijn. De trap eindigt onder het verlaagde deel, waarna je blik onder het lage deel de ruimte in wordt gestuurd. Ze hebben zich ook laten verleiden tot esthetische naïviteit. De kamers aan de achterzijde bijvoorbeeld hebben vaste ramen met luiken ernaast. Ramen lappen is met moeite mogelijk van binnenuit. Rien geeft toe, na deze particuliere ervaring is Korteknie Stuhlmacher anders gaan bouwen. De beheersing van het materiaal en het begrip voor praktische overwegingen zijn toegenomen. Ook de ramen moeten kunnen gezeemd.

De reden van mijn bezoek is een gesprek over het werk van het bureau. In het gesprek probeer ik de onregelmatigheden in het ogenschijnlijk consistente werk te belichten om de aard en de drijfveren van de architectuur te kunnen benoemen. Ik word voor een lastige opgave gesteld. Het woordelijk omschrijven van een architectuur waar de kwaliteiten voortkomen uit een nauwkeurig gecomponeerde ruimtelijkheid die met name lijfelijk wordt ervaren, vraagt om een specifieke taal.

Cadix Intro Street1

inpassing nieuwbouw Campus Cadix Antwerpen in bestaande straat, met overeenkomstig materiaal- en kleurgebruik; fotomontage 2017

Treffendheid

De aantrekkingskracht van de architectuur van Korteknie Stuhlmacher schuilt in de treffendheid van de projecten. De gebouwen zijn geen representatie of symbool van iets anders; de architectuur is de tastbare realiteit als reflectie op de omgeving en menselijke activiteit. Deze architectuur vraagt om een duiding die het rake ontleedt om de rijkdom zichtbaar te maken. Ik haal het begrip welvoeglijkheid aan als dwaling tijdens deze de duiding. Welvoeglijkheid betreft de wijze waarop iets – menselijk handelen, kunst, of in dit geval architectuur – geschikt is. Iets is welvoeglijk als de bestaande verhoudingen worden gerespecteerd en er vervolgens een precieze inpassing plaatsvindt. Bijvoorbeeld: vrijgevigheid is soms genereus, terwijl het in een andere omgeving te extravagant is. De kaders van het betamelijke liggen vast, maar binnen de context bepaalt men wat correct handelen is.

Lille Herentals Garden2

Freinet school Herentals (B). ingebed in het landschap, 2014

Decorum

Met het woord decorum plaatst de Zweedse architect Johan Celsing het begrip welvoeglijkheid in de context van de architectuur. Celsing grijpt terug op de Italiaanse renaissance architect Alberti en zijn leer van de toepassing van ordes in bijvoorbeeld een pallazzo of kerk. In de tijd van Alberti was het niet welvoeglijk een zuil typisch voor godshuizen in het ontwerp van een woning te gebruiken. Geen architect die tegenwoordig Dorische of Ionische zuilen toepast, maar vragen over decorum geven wel inzicht in thema's als inpassing in het landschap, besteding van budget of vormgeving en ordening van ruimtes. Hoe verhoudt zich de architectonische ambitie ten opzichte van het totale budget? Welk deel van het ontwerp past binnen het landschap, en welk deel zet zich af met een kwinkslag? Het zoeken naar de balans binnen dit soort vraagstukken betekent het zoeken naar welvoeglijkheid. Ook betoogt Celsing dat een getraind oog niet zozeer stijl of uiterlijk voorkomen beoordeelt, maar eerder de benaderingswijze van het ontwerp. Een treffende ingreep overstijgt de vraag van smaak en leidt tot een fundamentelere discussie.

Aangezien elk gebouw, hoe particulier ook, zich in de openbaarheid toont, dient met de bouw ervan op toepasselijke wijze rekening gehouden te worden met de gevoeligheden. Precies deze welvoeglijkheid speelt Korteknie Stuhlmacher uit in hun ontwerpen. De projecten bevinden zich op de precaire scheidslijn van een architectuur die vanzelfsprekend opgaat in de context of aansluit bij de opdracht en een architectonische herinterpretatie van de opgave. Dit is een risicovolle oefening, met als mogelijk gevolg dat de kracht van de ontwerpen onopgemerkt blijft. Dat de gebouwen echter geen onopvallende plek innemen binnen de architectonische context komt voort uit het spanningsveld tussen de welvoeglijkheid en de onregelmatigheden. Onregelmatigheden die de ontwerpen verluchten, zodat deze meer dan alleen passend zijn. Hier ligt de kwaliteit van het werk, tussen ogenschijnlijk gemak en zorgvuldigheid. 

Kamers Window

cultuurhuis De Kamers Vathorst, Amersfoort, de 'bovenkamer' voor repetities en workshops

Beheerste speelsheid

De ruimtelijke agenda bracht Korteknie Stuhlmacher tot volwassenheid in het project De Kamers in Vathorst. Het ontwerp voor het cultuurhuis startte in 2003 en het gebouw is voltooid in 2007. De context van de vinexwijk, waar de omringende gevels van de woningen een 'teveel aan articulatie'2 vertonen, dwingt de architecten tot het ontwerp van het innerlijk. In het ontwerp zoekt Korteknie Stuhlmacher Architecten een manier om het onstoffelijke te omvatten. Ze componeren het gebouw uit een serie kamers, volgens Mechthild de oervorm van ruimte. De kamers hebben een individuele proportionering afgestemd op de functie en gewenste atmosfeer. De architecten zien deze kamers niet als het negatief van vlakken die elkaar aan de zijkanten raken, maar als een omhulling waarbij de muren overlopen in de vloer en het plafond. Het grondvlak krult omhoog tot plint of lambrisering en het plafond komt als een ‘hoedje’ naar beneden met afhangende zijden langs de muur. Zoals bij een mens het kapsel een gezicht tooit en karakteristiek maakt, zo vormt de ruimtelijkheid van het plafond de kamer. De hoeken blijven in stand door alle openingen in de muurvlakken te plaatsen. 


Kamers Auditorium 2

Cultuurhuis de Kamers, zaal met horizontale belijningen

De toevoeging van een horizon in de ruimte geeft schaal aan de kamers. Deze horizon is bijvoorbeeld een hoge plint, of een bovengrens van gevelopeningen. Ook hierbij gaat de fysiognomische vergelijking op: net als de lijn van de wenkbrauwen, schouders of taille wordt met de horizon een strenge of zachte, mannelijke of vrouwelijke uitstraling ontworpen. 

Gearticuleerde overgangen verbinden de ruimten met elkaar. Zo ontvouwt de hal met vide zich naar een zitkuil en in een andere richting naar de eetkamer met entresol. De losse schakeling van kamers trekt aan de buitenzijde afwisselend de context naar zich toe en stoot het af. Uitnodigend zijn de grote vensters waardoor net als in veel Nederlandse huiskamers de aanwezigheid van de mensen te zien is. De robuuste schuiframen benadrukken de ruimtelijkheid van de openingen die de dikte van de buitengevel overbruggen. Het gewicht van de kaders houdt de delicate houtbouw op de grond. Ook dit relateert aan het lichaam. Beiden zijn Mechthild en Rien grote mensen; forse details weerspiegelen de grote lijven van de ontwerpers.


Uitdam 2 Site 2

huis Uitdam met zijn buren, 2014

De spelregels bieden ruimte voor frivoliteit. Dit wordt gezocht in de opeenvolging van verschillende ruimtelijke verhoudingen, maar als de context het toestaat ook in het spel met het dak. De woning in Uitdam is exemplarisch voor dit zoeken naar een passende ruimtelijkheid. Het in 2013 gebouwde woonhuis maakt deel uit van een klassiek Hollands beeld: een dorpslint tussen een dijk en een plas met rietkragen. Beheerst is het bescheiden volume met lage goothoogte en zadeldak op het perceel geplaatst. De donkere houten gevel met witte accenten past tussen de andere houten huizen. De lage verdieping vlijt zich in de luwte van de dijk tegen de kerk aan. Maar er is niet alleen aan de welstandseisen voldaan. De vrijheid in het ontwerp ligt in het ontwerp van het dak. De punt van het dak rijst omhoog en betwist de fermheid van de dijk. Bij binnenkomst is de volledige hoogte voelbaar en licht valt door het dakraam naar beneden. Het dak ontvouwt zich boven de slaapkamer en werkkamer en met een incisie in de nok is over de gehele lengte een daklicht gemaakt. Het strijklicht is complementair aan het directe licht dat binnenschijnt via de ramen op ooghoogte. De eenvoud van de middelen in samenspel met het frivole effect, intensiveren de ervaring van de architectuur. 

Kamers Front

De zwijgzame gevel van cultuurhuis De Kamers Vathorst is versierd door buurtkinderen

Functionele ornamenten

Hoewel de ruimtelijke regels ontwikkeld zijn, werken Korteknie Stuhlmacher per opdracht aan een nieuwe interpretatie. Aan de basis ligt de eenheid en het spaarzaam toepassen van middelen, maar per project stelt de opdrachtgever andere eisen en ondernemen de architecten nieuwe avonturen. Het project voor Campus Cadix in Antwerpen en de A.J. Schreudersschool in Rotterdam tonen de ontwikkeling van een ogenschijnlijk schisma. Waar ze de meeste ontwerpen met eenduidige architectonische middelen componeren, passen ze in deze twee projecten het ornament toe.

Het ontwerp voor de Schreuderschool start in 2008 en blijft tot 2013 op het bureau. De gebruikers zijn kinderen met een verstandelijke beperking, zodat een prikkelarme omgeving gewenst is. De basis van het ontwerp ligt in de inpassing van het gebouw in de naoorlogse wijk. Het volume verklaart zich vanuit de begeleiding van het voorplein en de achtertuin. Het voorplein omarmt de bezoekers, terwijl de achtertuin een afgeschermde buitenruimte is waar de kinderen spelen en les krijgen in tuinieren. Rondom het gebouw is een lambrisering van kleine tegels. De opdrachtgever wil robuuste tegels in de gevel, die bij schade gemakkelijk vervangen kunnen worden. Al snel gaat de lambrisering een eigen leven leiden als behang van de pleinruimte, aldus de architecten. De tegels vormen een mooie aanleiding om te ontdekken welke patronen kunnen worden gemaakt. Dit mondt uit in een wilde decoratie van strakke banden tot een duotoon confetti. Ook de regenpijpen moeten van de opdrachtgever buiten de gevel worden geplaatst, en dan ontstaat er volgens Rien en Mechthild een vormgevingsplezier. De nissen van de regenpijpen worden voorzien van tegels, zodat de lambrisering af en toe feestelijk omhoog schiet naar de dakrand. 

Aj Schreuderschool Tiles Gutter

A.J. Schreuderschool Rotterdam, regenpijpen en door leerlingen gemaakt tegelwerk

In eerste instantie lijkt de ornamentering van de gevel niet aan te sluiten bij de eenvoudige directheid van de architectuur van Korteknie Stuhlmacher. Ondanks de lichtzinnigheid is hier echter sprake van een functioneel ornament. Naast de technische wensen van de beheerder waaraan het gebouw door de tegels aan voldoet, communiceert het gebouw met de bewoners en passanten. Buurtbewoners spreken met trots over het schoolgebouw. Belangrijker nog: de leerlingen leveren een bijdrage: zelfgemaakte kleurige mozaiektegeltjes worden hier en daar toegevoegd aan het patroon. Te midden van de slecht onderhouden buitenruimten en non-descripte flats in de wijk is dit uitgesproken gebouw een herkenningspunt. De school richt zich met open vizier naar de omgeving en met de zorgvuldigheid waarmee er aan gewerkt is, is het een handreiking naar de buurt. De waarde van het ornament overstijgt in die zin de puur esthetische waarde en doet de gelaagdheid in het gebouw toenemen. 

Aj Schreuderschool Side Tiles

A.J. Schreuderschool Rotterdam; in het patroon van de voorgevel zijn door de leerlingen gemaakte mozaiektegels opgenomen

Het wedstrijdontwerp voor de scholencampus Cadix op het Eilandje in Antwerpen ontwerpen ze omstreeks dezelfde periode samen met HildundK. Dit bureau uit München Duitsland maakt architectuur met een herkenbare decoratieve stijl. Het grote programma van culturele instellingen en appartementen is een inpassing in de voormalige haven. Op de locatie staan een monumentale school met binnenhoven en eveneens monumentale loodsen. Tussen de bestaande bebouwing ontwerpt het team zorgvuldig nieuwe gebouwen en aan de overzijde van de straat komen een nieuwbouwblok en woningen. De nieuwbouw met hun repetitieve kappen is een herneming van de bakstenen havenloodsen. De school, door patio´s gescheiden van de appartementen, bepaalt het ritme van de woningen aan de waterkant.


Web Sisa 142 100118 A Final

wedstrijdinzending Campus Cadix Antwerpen, fotomontage 2010

Bij een bezoek aan het Museum Plantin-Moretus in Antwerpen raken Mechthild en Andreas Hild gefascineerd door de patronen van de tegelvloer. De vloeren doen denken aan het motief van Lutyens' Grovesnor Estate in Londen en zijn inspiratie voor de gevel van Cadix. Het patroon op de gevel smeedt de losstaande gebouwen tot eenheid. Deze gedurfde materiaalkeuze is niet alleen esthetiek aan het oppervlak; het patroon in het metselwerk neemt – de door Hild verfoeide – dilatatievoegen op in het beeld.

Luuk Kramer 13307 19 Crop

A.J. Schreuderschool Rotterdam, de voorgevel met de belettering vormt het zelfbewuste gezicht van de school

Om te begrijpen hoe Korteknie Stuhlmacher de eenheid en directheid van materialen laat samengaan met ornamentering is het zinvol te verwijzen naar de teksten die Mechthild schreef over het werk van HildundK. Hierin weerklinkt het gedachtegoed van Robert Venturi. De verrijking van de abstracte moderne architectuur die Venturi propageerde, was een poging om een dialoog aan te gaan vanuit de architectuur met de omstanders. 'Hiervoor heeft men naast leesbaarheid en eenvoud ook de eveneens Venturiaanse roep om meerduidigheid nodig, zijn “yet” of “both and” (…)'3. Precies deze zin duidt de keuze van Korteknie Stuhlmacher voor het ornament: tegelijkertijd bestaat de architectuur uit heldere eenvoudige ingrepen en communiceert de architectuur middels het aansprekende schaakbordpatroon.

Evengoed maken de ornamenten deel uit van de architectuur en worden alleen toegepast als deze dienend zijn aan de ruimte. In navolging van HildundK verwijst Mechthild graag naar de begrippen 'world of objects' en 'world of buildings'4.  Volgens Korteknie Stuhlmacher moet de aandacht als architect uitgaan naar het ontwerp van ruimtes. Wanneer een gebouw wordt opgevat als object wordt ongeoorloofd de grens van de discipline overschreden.

Lyon 1 Head

Woonhuis S abij Lyon, de tuin wordt gevormd door het huis- het object is ondergeschikt aan de ruimte

Licht activisme

De projecten zijn te lezen als een gestage ontwikkeling in gang gezet vanaf het eerste bouwwerk Parasite Las Palmas. Dit is het begin van de zoektocht naar een directheid en authenticiteit als voorwaarde voor architectuur. Korteknie Stuhlmacher plaatst dit bouwwerk in 2001 op het dak van het pakhuis Las Palmas in Rotterdam. Als gifgroene sculptuur in een verder grauw havengebied is de Parasite het uithangbord voor tentoonstellingen tijdens Europese Culturele Hoofdstad. 


Wendelien Van Oldenborgh 1

Parasite Las Palmas, 2001, gefotografeerd door Wendelien van Oldenborgh

De Nederlandse bouwpraktijk geniet bekendheid vanwege iconische architectuur en zo begrijpen toeschouwers het project vooral als stilistisch succes. Met de toepassing van massieve houtbouw is het bouwwerk echter ook een kritiek op de alom gewaardeerde Nederlandse architectuur. Het project is een lichtvoetig commentaar tegen de dunne gevelarchitectuur die het beeld beheerst, waarbij de samenhang tussen de gevels en de ruimtelijkheid in het interieur nagenoeg nihil is. De bouw van Parasite Las Palmas waarin de ruwbouw en de afbouw samenvallen is een demonstratie van een alternatief. Hier ontstaat de ruimtelijkheid in samenspel met de constructieve middelen. De Parasite is als een zolderkamer. De constructie is volledig zichtbaar in het interieur. Met dit bouwwerk, waarin Korteknie Stuhlmacher Architecten zelf optreden als opdrachtgever, kunnen de architecten naar eigen zeggen 'één keer heel compromisloos al bouwende hun standpunt bepalen'.5

Palmas Staircase

Parasite Las Palmas, interieur van CLT (Cross Laminated Timber)

Inspiratiebron is het bloemenkiosk van Sigurd Lewerentz bij de begraafplaats in Malmö. Mechthild Stuhlmacher is in 1997 als redacteur betrokken bij tijdschrift OASE over Essential Architecture waarin de redactie het werk van de toentertijd nagenoeg onbekende Lewerentz aan het Nederlandse publiek voorstelt. De gebouwen van Lewerentz bereiken een intensiteit door het samenvallen van ruimtelijkheid en materialiteit van de constructie, zonder toepassing van bekleding. Hieruit ontstaat voor Korteknie Stuhlmacher de aanleiding om te werken met een materiaal waarmee ook in de Nederlandse bouwpraktijk een eenheid kan worden verkregen. De massieve houtbouw biedt deze mogelijkheid en is tegelijkertijd een kans om duurzaam en innovatief architectuur te bedrijven. Zo is Parasite Las Palmas een experimentele ode aan Lewerentz.

Lewerentz Facade

bloemenkiosk van Sigurd Lewerentz bij de begraafplaats in Malmö, 1968

Het lichte activisme van de projecten van Korteknie Stuhlmacher komt tot uitdrukking in een helder inzicht ten aanzien van de opgave. Scherpzinnig is de observatie dat de Freinet Basisscholen in Vlaanderen vooral gebaat zijn bij overmaat en een directe relatie tot buiten. De noodlokalen waar de school tijdens de uitvraag in 2009 is gevestigd, zijn zo slecht nog niet. Ze hebben een open karakter naar de omgeving en zijn groot genoeg voor het lesprogramma. Korteknie Stuhlmacher stelt voor om de openbare school niet aan de straat tussen de andere gebouwen te plaatsen, maar op het ruime, groene binnenterrein van het bouwblok. Binnen de beperkingen van Belgische wetgeving die de maximale afmetingen van een nieuwe school vastlegt, zoekt Korteknie Stuhlmacher naar een manier waarop opnieuw een school met overmaat en contact met de natuur gerealiseerd kan worden. De architecten laten de gangen achterwege; deze oppervlakte voegen ze toe aan de lokalen die onderling met elkaar zijn verbonden en direct zijn ontsloten vanaf buiten.


Competition Lille Plg

plattegrond Freinet-basisschool Lille (B), prijsvraagontwerp 2009

 Tussen de uitstekende toiletten ligt een veranda als buitenlokaal. De binnenzijde voelt met de houtbouw aan als een schuur, terwijl de buitenkant lijkt op een boerenloods om het budget te bewaken. Met de gelijkwaardigheid van binnen- en buitenruimte refereert Korteknie Stuhlmacher aan de Openluchtschool van Bedaux in Goirle. Deze ideeën winnen de wedstrijd, maar de aanbesteding verloopt desastreus. Geen aannemer durft het aan om – met het op dat moment niet eerder in België toegepaste houtbouwsysteem – voor het gestelde bedrag het ontwerp te bouwen.

Lille Herentals Basisschool Kinderen Buiten Spelen

Freinet-school 'Vlindertuin' in Lille, 2014

Het lukt Korteknie Stuhlmacher om binnen korte tijd een nieuw ontwerp te maken dat goedkoper is en niet op gewenste kwaliteiten inboet. Het resultaat is een eenvoudig, maar niet minder krachtig, prototypisch gebouw. Twee stroken, waarvan één in glas en één in snelbouwstenen, liggen zij aan zij in het groen. De glazen strook dient zowel als buitenlokaal en gang die toegang geeft tot het meer besloten deel van de gulle klaslokalen. In deze boerenschuren kijken de leerlingen door grote raamopeningen aan weerszijden van de klaslokalen uit over de velden. Wellicht zijn in het aangepaste interieur de installaties niet op fijnzinnige wijze weggewerkt, maar al snel zal het gebruik van de school de grovere materialisatie bedekken.

Lille Herentals Garden

Freinet basisscholen Ibis, Herentals, eindresultaat

Een licht activisme schemert ook door in het nieuwe Woonzorgcentrum in Machelen, een buitenstad bij Brussel. Het project is een inzending op een open oproep uit 2011. Twee bestaande gebouwen worden geacht gesloopt te worden. Korteknie Stuhlmacher stelt voor om een van de bestaande panden te behouden en een nieuw gebouw in het aangrenzende park te plaatsen. Deze wending van de opgave biedt meerdere kansen. De bewoners kunnen tijdens de bouw in hun woning blijven wonen totdat het nieuwe appartement gereed is. Ook versterkt het gebouw de relatie tussen buurt en park: het gebouw doet een stap naar achter om de doorgang naar het park te vergroten.  Als fragment in het weefsel van de omgeving lijkt het volumineuze gebouw in eerste instantie niet op zijn plaats. Korteknie Stuhlmacher breekt de gevel door insnijden, indeuken en knikken, zodat optisch bedrog het gebouw kleiner doet lijken. 

Machelen156 Situatietekening

Woonzorgcentrum Machelen (B), situatietekening wedstrijdfase (de contouren van het gebouw zijn ongewijzigd uitgevoerd)

Hoewel het gebouw een deel van het park wegneemt, is de binnentuin de geconcentreerde wederkering van de suburbane natuur. De harmonieuze samenkomst van het gebouw en het park, maakt het ontwerp van de binnentuin pregnant. De architecten overtuigen de opdrachtgever het budget gereserveerd voor een kunstwerk in te zetten voor het tuinontwerp. Een kunstenaar maakt voor de dementerende bewoners een therapietuin die doet denken aan de tuinen uit de dagelijkse omgeving van de bewoners: een kleine boerderij met kippen, vogels, bloemen- en groentebedden.

De heldere stellingname in de opgave is kenmerkend voor de architectuur van Korteknie Stuhlmacher. Zonder bombastisch te zijn tonen de ontwerpvoorstellen een alternatief ten opzichte van de gestelde opgave. Deze directheid is een eigenschap van de architectuur die te herleiden is tot de persoonlijkheden van Mechthild en Rien. Dit heeft Mechthild ertoe gebracht vanuit Duitsland naar Nederland te komen om te werken als architect. Vanuit het Hollandse pragmatisme weten Rien en Mechthild hun scherpzinnige ontwerpen tot onhollands zintuigelijke architectuur te maken. 

Machelen Garden Flowers

Woonzorgcentrum Machelen (B), binnentuin met voorlopige beplanting vóór oplevering gebouw, juni 2017

Gegeven wetmatigheden

Met het toenemen van het aantal gebouwde projecten kan Korteknie Stuhlmacher de architectonische taal steeds vrijer gebruiken. De nieuwe projecten laten zien dat de grammatica niet strak gehanteerd hoeft te worden. Een ander soort opdrachten heeft zich aangediend. Dit komt voort uit Rien’s engagement in de scholenbouw. Zo was hij betrokken bij het bouwen van ‘schoolparasites’ – architectonische noodlokalen – en staat hij aan de basis van Mevrouw Meijer, een onderzoeksbureau voor de kwaliteit van scholenbouw. Mechthild's zitting in de Commissie voor Welstand en Monumenten in Rotterdam heeft kennis opgeleverd over het omgaan met en het bouwen in de nabijheid van monumenten. Deze opgebouwde kennis zet het bureau in om te werken aan twee sterk uiteenlopende transformatieopdrachten met een publiek programma. Er is een romantische opdracht voor het onderbrengen van een bibliotheek in een voormalig klooster en er is een pragmatische opdracht waar een school in een stijlloos schoolgebouw komt. Bij deze projecten kunnen ze niet zonder meer uitgaan van het basismateriaal, de massieve houtbouw. De eenheid in middelen is uitgebreid met het bestaande gebouw. Transformatie lijkt een opgave die niet samenvalt met de wens gebouwen te ontwerpen waarin vorm, ruimte, materialisering en constructie samenvallen. Maar juist door die ervaring onderzoekt Korteknie Stuhlmacher heel precies de bandbreedte waarbinnen de vrijheden in het ontwerp kunnen ontstaan.

Mechelen Model

Predikherenklooster Mechelen, studiemaquette zolderstructuur met inbouwelementen kinderbibliotheek

Mechthild geeft aan dat een transformatieproject niet wezenlijk verschilt van het bouwen van nieuwbouw. Onafhankelijk van het materiaal heeft de ontwerper ook bij nieuwbouw te maken met de constructie. In het ontwerp is de constructie een krachtige partner bij het maken van goede ruimtes. Ook bij renovatie is er een specifieke wetmatigheid. De constructie, de gevel, het bestaande materiaal of de ruimtelijke organisatie heeft een gegeven logica waar een ontwerper zich rekenschap van geeft. Deze logica in het ontwerpen, zowel bij nieuwbouw als bij renovatie, is krachtiger dan een vooringenomen vormwil. 

Het Landje Facade Study

basisschool Het Landje Rotterdam, gevelstudie

Het project voor basisschool Het Landje, de verbouwing van de voormalige Hildernisseschool in Rotterdam, is een uitbreiding van de basisschool aan de andere kant van een rustige weg. Er is niet veel aan het bestaande gebouw dat aan een school doet denken. De harde, weinig uitnodigende gevel sluit de bezoekers uit, houdt zich terug uit het openbare leven. De architecten hebben het pand uitgekleed tot de kale constructie om de functie opnieuw te ontdekken. De belangrijkste daad van Korteknie Stuhlmacher is dan ook het openen van het gebouw naar het voorplein en de toevoeging van een grote met planten bedekte luifel zodat het gebouw aan de straat komt te staan. Ook aan de zijkant van het gebouw dijt het volume uit, om de hardheid van het vlak te breken. Deze ingrepen maken het gebouw passend bij de nieuwe functie. Het interieur bestaat uit glazen wanden met stevige kozijnen die de gang scheiden van de lokalen. Een eerste offer moet worden gebracht: het betonnen plafond biedt geen plaats voor installaties en werkt niet akoestisch, dus is er aan de onderzijde een verlaagd plafond gehangen. Rien heeft gepleit voor zorgvuldig gekozen panelen die tussen de betonnen liggers hangen, zodat de constructie in het zicht blijft. Vanuit onverwachte plekken is een doorzicht naar buiten gemaakt, in een lokaal, langs de trapopgang en in de gang. De kleurvlakken op de gevel zijn een reflectie van de omgeving. Bladgoud, grijsblauw, mosgroen en steenrood is in vlekken aangebracht op het isolatiestucwerk. Het materiaal heeft vanwege zijn ‘materiaalloos karakter’ niet de voorkeur, maar ook in dit geval is over de toepassing nagedacht. De tinten op de gevel worden begeleid door verschillende korrelgrootte stuc waardoor de diepte van de gevel toeneemt. 

Mechelen Existing Attic1

Predikherenklooster Mechelen, de bibliotheek op zolder in aanbouw, 2016

Het Predikherenklooster in Mechelen, waar een bibliotheek in is bedacht, is volgens de architecten een enorm cadeau. Het is vervallen, maar ook ruim van opzet met een kloostertuin, een kapel en een gigantische zolderverdieping. Het gebouw heeft de sereniteit die voor de concentratie van een bibliotheek gewenst is. Het ontwerpteam plaatst de bibliotheek op zolder, waar onder de spanten de boeken worden neergezet in kasten. Alleen hier zijn architectonische middelen ingezet om programma te accommoderen. De kasten verdelen de zolder in circulatieruimte en studieruimte en de nieuwe daklichten vormen een intieme ruimte om te studeren. Op de eerste verdieping liggen de studeerruimte en leslokalen. De begane grond is voor bezoekers om aan te waaien; met de entreehal, tentoonstellingsruimten, het café en de informele leeszones. Bijzonder is de ingreep om de kerk volledig vrij te houden van een invulling. Dit is de agora van de bibliotheek: een plek voor manifestaties als boekenmarkten, lezingen en voorstellingen.

De architecten hebben de ruimtelijkheid en het karakter van het bestaande gebouw zorgvuldig bestudeerd. Vervolgens is het standpunt bepaald hoe de ontwerpers zich verhouden tot het gebouw. Er is met weinig structurele ingrepen een nieuwe functie toegekend aan het kloostergebouw. Het dak is slechts gesierd met een aantal dakkapellen die zeer terughoudend zijn ingepast. In de wisselwerking tussen het gebouw en de ontwerphandeling ligt de intensiteit van de architectuur. De concentratie van de ingrepen wordt verhoogd door de geringe hoeveelheid en eenvoud. Meer dan bij nieuwbouw ontlokt transformatie een eenvoud in het architectonisch handelen. Een eenvoud die aan de basis ligt van de architectuur van Korteknie Stuhlmacher.

Web Goedereede Luuk Kramer Okt 2013 13361 18

buitenhuis Goeree; het landschap verdient hier meer aandacht dan individuele architectuur

Risicovol spel van welvoeglijkheid

Terug naar het begin. Bij elk project bepaalt Korteknie Stuhlmacher de mate van bescheidenheid die passend is in de omgeving en aansluit bij de opgave. Misschien is het project Buitenhuis Goeree Overflakkee wel de uitgesproken samenvatting van de architectonische ideeën van Korteknie Stuhlmacher. Een rustige landweg voert langs een huis dat wordt afgeschermd door een dichte haag. Achter deze haag zijn twee daken zichtbaar, de tweede hoger dan de eerste en terzijde geschoven. De afmeting van de volumes komt overeen met de buurhuizen en op het eerste gezicht verschilt de woning nauwelijks van zijn omgeving. Pas voorbij de omheining ontvouwt zich langzaam een zicht op het huis. De verschuiving van het voorhuis maakt van het achterste volume een achterwand voor de entree. Deze leidt naar de grote woonkeuken in het voorhuis. De aangrenzende woonkamer ligt net als in De Kamers verdiept, zodat niet op het landschap wordt gekeken, maar de bewoners deelgenoot zijn van het landschap. En ook hier is het zicht op het landschap omgeven door gewichtige kaders. Vanuit de woonkamer vertrekt een lange gang waar de slaapkamers aan liggen. Dit herhaalt zich op de verdieping erboven. Tijdens hoogtijdagen kunnen in dit huis gemakkelijk twintig mensen slapen en vult het huis zich met stemmen en kleuren van de familie en vakantiegasten. Zo natuurlijk als het huis zich op de locatie schikt, zo natuurlijk is ook de formatie van de plattegrond. Bijzonder is de overmaat die is verkregen in de compositie van de ruimtes. Tussen de keuken en de woonkamer ligt een plateau dat een aarzelende gast de gelegenheid biedt te kiezen tussen het gezelschap aan tafel of de gasten in de woonkamer. De ruimtelijkheid van het plateau wordt gevormd door een vide die zicht geeft op het zadeldak en het entresol dat de blik kadert richting het landschap.


Goeree Living Room Furni

buitenhuis Goeree; leefruimte

Speelsheid zoeken de architecten naast de ruimtelijkheid ook in het detail. Een oranjerood vlak in de achtergevel is een kwinkslag tussen de vergrijsde houten geveldelen. De ruwhouten veranda contrasteert met de zacht afgewerkte houten binnengevels. De plaatsing van een raam geeft  zicht op de gelijkwaardige buur of brengt op een verrassende manier licht vanaf boven.

Goeree Fireplace

buitenhuis Goeree; contrast tussen vlakke wanden binnen en de grove houtstructuur buiten

De natuurlijkheid van het gebouw maakt het welhaast onmogelijk de kracht van de architectuur te waarderen. Het huis staat er wel, door de haakse aanrijroute is het gebouw frontaal zichtbaar, en toch zie je het gemakkelijk over het hoofd. Misschien geeft dat niet, want de architectuur van Korteknie Stuhlmacher is niet breedsprakig. Het vestigt niet de aandacht op een discours erbuiten, maar op de particuliere ervaring van het gebouw. Toch mogen we de betekenis van deze voorlopige serie niet onderschatten. Het ontwerp van de gebouwen van Korteknie Stuhlmacher Architecten berust op een sterk architectonische fundament dat bij elke nieuwe opgave bloemrijke uitzonderingen zoekt. Het is aan moedige architecten voorbehouden om voorbij dadendrang deze noodzakelijke architectuur te maken. 

  1. Johan Celsing. “Decorum, tentative notes on its contemporary relevance and use.”, Fundación Arquitectura y Sociedad, 2013
  2. Paul Vermeulen. “Huiselijke containers” OASE 76, september 2008, blz. 60-68
  3. Mechthild Stuhlmacher, “IJdelheid en eigenzin” OASE 65, 2004, blz. 29
  4. World of buildings en world of objects zijn twee noties die verwijzen naar een bron voor inspiratie voor architectuur of het architectonisch discours tussen begrippen die samenhangen met de bouwkunst en begrippen die samenhangen met objecten. Zo stellen Andreas Hild en Dionys Ottl van Hildundk dat in architectuur verwezen moet worden naar referenties uit de bouwkunst en de 'dingen' niet op de voorgrond moeten treden. Uit: Mechthild Stuhlmacher, “architecture as dialogue” 2G No 42, 2007, blz. 4 t/m 17
  5. Mechthild Stuhlmacher, “Afterparty – Afterparasites” OASE 67, september 2005, blz. 51-55